Met en plof zette Johan de Tesco-zak op de keukentafel. Zo, het avondeten was geregeld. Moest natuurlijk nog wel even klaargemaakt worden, maar dat kon straks. Dinsdag – eerst even op de computer kijken naar de nieuwe weekopdracht van de schrijfsite.

“Avonturen met de dustsuckersnake” – las hij. “Wist je dat in elk Nederlands huis een hongerige slang woont?”. Met toenemende verbijstering las hij de schrijfopdracht. Dunglish als inspiratiebron! Terwijl hij nu al een jaar in Londen zat om af te komen van dat steenkolenengels waar je elke Nederlander op een mijl afstand aan herkende. Nou ja, hij wilde het contact met het Nederlands niet helemaal verliezen, dus hij zou wel proberen ook van deze opdracht iets te maken.. Onwillekeurig schoot hem de anekdote  in gedachten over de Nederlandse politicus die naar Engeland was afgereisd om de vaderlandse belangen te behartigen. Tijdens de kleine praat om het ijs te breken – smalltalk, zoals het hier heette – werd hem naar zijn hobby’s gevraagd. “Oh, I fok horses” had de man geantwoord. En op het lichtelijk verbaasde “Pàrdon?” van zijn gesprekspartner had hij enthousiast geroepen: “Yes, paarden!”

Misschien wat al te bekend, dit verhaaltje. Toch een andere invalshoek kiezen? Maar eerst wat eten maken.

Hij ging naar de keuken, zette twee pannen op het vuur en mikte een kluit margarine in de ene en een plas olie in de ander. Daarna deed hij een greep in de tas met boodschappen. Frieten en sausages: niks exotisch of onbetaalbaars aan, en lekker snel klaar. Terwijl hij worstjes en frieten van hun verpakking ontdeed, begon een stevige blauwe walm op te stijgen uit de pan waarin hij de   margarine had gedaan. Gehaast legde hij de twee worstje erin, wat een enorm gesis en gespetter tot gevolg had. De spetters vatten vlam, en geschrokken probeerde hij de braadpan van het vuur te grissen – daarbij de pan met olie omstotend.

Een enorme steekvlam was het gevolg, en in een oogwenk was het vuur overgeslagen naar de mouw van zijn shirt. Hij probeerde de keukenkraan te bereiken, maar de pijn verlamde hem. “Out of the frying pan into the fire”, dacht hij, terwijl het vuur verder om zich heen greep. “In Nederland zeggen ze dan tenminste nog: van de regen in de drup.”