
Wil je weten hoe ik de avond van halloween doorbreng? Dan moet je om te beginnen weten dat ik geloof in de Keltische mythen. Op Samhain, het zomereinde dat de overgang van jullie oktober naar november markeert, zijn de muren tussen deze wereld en die van de geesten ragdun. Er hoeft maar dàt te gebeuren en een voorouder komt spoken. Vandaar dat we de geesten offers brengen. Paus Gregorius IV had nog genoeg Keltisch benul om van 1 november Allerheiligen te maken. Daarom brengt elke fatsoenlijke katholiek op die datum nog altijd een bloemetje naar het graf van een dierbare.
Een Kelt die daar lak aan had was Stingy Jack. Die leefde in Ierland en was net zo gierig als’ie leep was. Terwijl iedereen offers aan zijn gestorven familieleden aan het brengen was zat Stingy Jack in de kroeg. De duivel, die al lang een oogje op de ziel van Jack had, hield hem gezelschap en ze dronken tot ze allebei blut waren. Jack besloot op te stappen, maar de duivel zei: “Bestel er nog ééntje, ik betaal persoonlijk”. Jack wenkte de kroegbaas, die meteen een volle pul voor hem neerzette, en Jack vroeg aan de duivel hoe hij dit bier persoonlijk dacht te betalen. “Zo”, zei de duivel en legde zijn beide handen op de toog. Op hetzelfde moment was hij verdwenen en lag er een zilveren munt op het de tap.
Daarmee wist Jack genoeg. Hij griste de munt van de toog en stak hem in zijn broekzak, waarin hij ook zijn crucifix droeg. Dat verhinderde de duivel zijn oude gestalte weer aan re nemen. Vanuit de broekzak smeekte hij Jack hem los te laten, maar pas toen hij beloofd had Jack een jaar lang niet te na te komen gooide die de munt op de grond. Die had de vloer nog niet geraakt of hij veranderde in een behoorlijk ontstermde duivel, die maakte dat hij weg kwam.
Een jaar later – precies op Samhain – kwam de duivel Jack weer opzoeken. Er werd opnieuw stevig gedronken, maar de duivel liet zich dit keer niet beduvelen. Uiteindelijk kreeg hij Jack zo dronken dat die erin toestemde om met hem mee te gaan naar beneden, de hel in. De frisse najaarslucht ontnuchterde Jack echter voldoende om hem te doen beseffen waarheen hij onderweg was. Daarom vroeg hij of ze niet even konden stoppen om een appeltje te plukken dat helemaal bovenin de appelaar hing. De boze, die vermoedde dat Jack hem opnieuw een loer wou draaien, zei tegen Jack dat hij dat appeltje wel even zou halen. Rap klom hij naar boven, maar nog rapper haalde Jack zijn mes tevoorschijn en kerfde een kruis in de stam van de appelboom. Zo kon de duivel niet meer naar beneden. Pas nadat Jack de verzekering had gekregen dat de droes hem tien jaar met rust zou laten en niet meer achter zijn ziel aan zou gaan kerfde hij een aantal lijnen extra in de stam zodat het kruis een pentagram werd en de duivel de boom weer uit kon.
Vele jaren later ging Jack dood, maar Sint Pieter wou hem niet in de hemel laten. De duivel wilde hem evenmin hebben – afspraak is afspraak. In plaats daarvan gaf hij hem een uitgeholde biet mee met daarin een kooltje hellevuur. Daarmee moest hij over de aarde dwalen en mensen die de weg kwijt waren de hel in loodsen. Als hij net zoveel zielen naar de hel had gebracht als hij dagen had geleefd, zou hij zich zelf mogen warmen aan het hellevuur.
Daarom pak ik op de laatste dag van oktober een pompoen uit de tuin. Ik kap het kapje eraf en haal het vruchtvlees eruit. Dat gaat met spek, wortel, selderie en de nodige andere groentjes in de pan tot alles mooi gaar is. Blender erop en ik heb een pompoensoep waar ik tot Sinte Maarten mee vooruit kan. Inclusief plengoffers voor mijn voorouders.
In de schil van de pompoen kerf ik een paar gaten en ik zet er een kaarsje in. Dan lijkt hij op de uitgeholde biet met hellevuur waarmee Jack over de wereld doolt. Overal waar Jack een uitgeholde pompoen, biet of koolraap met een kaars erin ziet hoeft hij niet aan te kloppen. Want daar wonen mensen die het verhaal van “Jack o’Lantern” kennen en die zich door hem niet naar de hel laten lokken.
Maar de sukkels die als heks, spook of zombie verkleed bij iedereen aanbellen en “trick or treat” gillen – tja, die kunnen op Halloween zomaar achter een man met een lantarentje aanlopen en in de hel belanden.
