Lieve B….
Goed, ik zal je nog één keer uit de brand helpen. Vorige keer zat je omhoog omdat iemand van je schrijfclubje wou dat je een verhaaltje schreef over onvoorwaardelijke liefde. De inkt van dat schrijfsel is nog niet droog of er meldt zich iemand die een “subtiele liefdesbrief” wil.
Afgezien van de vraag of dit nu een schrijfclub is of de redactie van een damesblad: het is allemaal behoorlijk eendimensionaal. Misschien dat de blik van een buitenstaander helpt.
Want ik weet wat liefde is, ook al heb ik nooit last gehad van vlinders in mijn buik of een dringende behoefte aan romantisch tafelen. Als wij er samen op uit gingen was dat wel degelijk opwindend, al zat er geen hormonale dimensie aan. We voelden alle twee dezelfde grond, gras of modder onder onze voeten, wind, zon of regen op ons lijf, zagen dezelfde bloemen, bomen, struiken, veldgewas en af en toe een schichtig beest.
Natuurlijk was onze relatie nogal anders dan al die stereotypen die je op papier, internet en teevee ziet. Want niet zodra gaat het daar over liefde en samenzijn of mensen gaan uit van zichzelf en hun soort. Du moment dat er een medemens op toneel verschijnt wordt die geteld en gewogen. Kleur goed, bouw goed, voorkomen of wat dan ook goed? Wie niet te licht wordt bevonden, wordt geannexeerd en mag deel uitmaken van Ons Soort Mensen. Goed voor even, voor het leven of voor de marketing. En Andere Soorten Mensen leveren in elk geval gespreksstof op.
Dat hadden wij dus niet. Als je me aanraakte voelde dat plezierig aan zonder dat daar contactbehoefte of huidhonger bij kwamen kijken. Elkaars gezelschap was genoeg. Ondanks mijn aard miste ik de meute niet, en dat jij geen fan bent van hossende hordes en intiem gehijg paste goed. Als je grotendeels van dezelfde dingen houdt is liefde een stuk makkelijker. Of mag je alleen van liefde spreken als lijf en lendenen hun deel opeisen?
Wat we alle twee heel goed konden was zwijgend bij elkaar zijn. Goed, jij sprak misschien wat vaker dan ik, maar dat oeverloze gelul dat blijkbaar samenvalt met zinvol samenzijn, daar hebben we ons nooit schuldig aan gemaakt. Natuurlijk had je het tegenover anderen over mij, niet iedereen snapte even goed hoe onze relatie in elkaar zat. Als wij elkaar aankeken dan sprongen er geen vonken over. We zagen elk een ander individu. Meer was niet nodig: er werd gegeten, uitgegaan, gerust, al die dingen die etmalen nou eenmaal vullen. Liefde kan vanzelfsprekend zijn zolang je haar maar niet belast met verwachtingen.
Het is jammer dat dat allemaal over is. Maar zo gaan die dingen nu eenmaal, en ik wil je wel vertellen dat ik die vijftien jaar dat we samen zijn geweest fijn heb gevonden. Ik weet niet of de mensen van je schrijfclubje vinden of onze relatie liefde mag heten of niet. Eerlijk gezegd maakt me dat ook geen zak uit. Wat telt is wij het heel goed gehad hebben, samen.
Je liefhebbende hondje B..